Gynoflor Comp Vag 12

• Herstel van de fysiologische vaginale flora, in geval van bacteriële vaginose na de menopauze, als aanvulling bij een hormonale substitutietherapie
• Bij bacteriële vaginose na een lokale of systemische anti-infectieuze behandeling

• De werkzame stoffen in dit middel per tablet van 900 mg zijn gelyophiliseerde cultuur van Lactobacillus acidophilus van minstens 108 levende kiemen en estriol 0,03 mg.

• De andere stoffen in dit middel zijn lactose, dibasisch natriumfosfaat, microkristallijne cellulose, magnesiumstearaat, natriumcarboxymethylzetmeel.

Gynoflor kan niet gelijktijdig worden gebruikt met om het even welk antibioticum of anti-infectieus geneesmiddel. Gynoflor mag echter wel worden gebruikt de dagen na afloop van een antibioticum of anti-infectieuze behandeling op aanraden van uw arts.

Informeer uw arts als u gelijktijdig een behandeling met andere hormonale preparaten volgt.

Gebruikt u naast Gynoflor nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken?

Vertel dat dan uw arts of apotheker.

1. MOGELIJKE BIJWERKINGEN

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

Een plaatselijk branderig gevoel of lichte irritatie kan soms voorkomen bij het begin van de behandeling. Dit gevoel is van voorbijgaande aard en verdwijnt met het voortzetten van de behandeling.

Een allergische reactie op een van de bestanddelen (zie rubriek 6. "Welke stoffen zitten er in Gynoflor?") van Gynoflor is mogelijk, maar waarschijnlijk uitzonderlijk. Raadpleeg onmiddellijk uw arts wanneer dit gebeurt.

Krijgt u veel last van een bijwerking? Of heeft u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.

- Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen.
- Maligne of precancereuze aandoeningen van de vulva en/of vagina.
- Aanwezigheid of verdenking van borstkanker of andere oestrogeenafhankelijke neoplasmata, bv. metastasen van borstkanker, endometriose.
- Genitale bloeding van ongekende etiologie.
- Acute thromboflebitis, thrombo-embolische aandoeningen of van antecedenten van deze aandoeningen in verband met vroeger gebruik van oestrogeen-preparaten.
- Ernstige leveraandoeningen.

Volwassenen

• Gedurende 6 dagen, voor het slapengaan, één tot twee vaginale tabletten diep in de schede brengen.
• Indien nodig kan de behandeling gedurende een bijkomende week voortgezet worden.
• De behandeling moet tijdens de menstruatie worden stopgezet en daarna onmiddellijk worden hervat

Toedieningswijze

• In geval van vaginale droogte, de tablet bevochtigen met water alvorens deze in te brengen