Otospectrine 15ml

Dit diergeneesmiddel is aangewezen bij: - de behandeling van acute en chronische otitis, te wijten aan bacteriën, gevoelig voor neomycine

en/of polymyxine B of parasitaire aandoeningen - de behandeling van eczemateuze, allergische of ulceratieve letsels van de uitwendige oorgang.

Werkzame bestanddelen: Dexamethasonum 1 mg - Neomycini sulfas 5.000 U.I. - Polymyxini B sulfas 10.000 U.I. - Sulfiramum 50 mg - Lidocaini hydrochloridum 40 mg

Hulpstoffen: Polysorbatum 20 (E432) - Sorbitani monolauras (E493) - Dimethylis sulfoxidum – Propylenglycolum (E1520)

Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie: De werkzaamheid kan verminderd zijn door de aanwezigheid van vuil en oorsmeer. Daarom wordt aangeraden het oor te reinigen alvorens de druppels toe te dienen.

1. BIJWERKINGEN

Een inflammatie, gepaard gaande met jeuk, kan het gevolg zijn van een behandeling. Die bijwerking kan toegeschreven worden aan het vrijkomen van histamine; die reactie is van voorbijgaande aard en heeft geen gevolgen. Het gebeurt ook dat de behandeling aanleiding geeft tot huidexfoliatie.

Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen.

Niet gebruiken bij dieren met een geperforeerd trommelvlies, aangezien het product potentieel ototoxisch is. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of (een van) de hulpstoffen.

Een tot twee toepassingen per 24 uur. De hoeveelheid oplossing in het oorkanaal te brengen dient aangepast volgens de grootte van het dier en de graad van ontsteking. Ter oriëntatie: - kleine honden (tot 5 kg) en katten: 3 druppels. - middelgrote honden (5 tot 10 kg): 5 druppels. - grote rassen (meer dan 10 kg): 10 druppels. Een verbetering kan reeds optreden binnen de 24 uur na aanvang van de behandeling.
De behandeling moet gedurende tenminste een week worden verdergezet bij acute gevallen en alleszins bij chronische gevallen. Na een behandeling van 7 dagen dient de dierenarts de noodzaak om de behandeling te verlengen, te beoordelen.